De achterstand in het aantal woningen kan de komende jaren voor een deel worden ingelopen. Dat blijkt uit een prognose van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Doordat het aantal huishoudens de komende jaren minder hard groeit, valt het aantal woningen dat wordt bijgebouwd hoger uit dan de extra vraag.
Lang duurt deze situatie echter niet. Na 2025 ligt de jaarlijkse bouw van nieuwe woningen weer lager dan de groei van het aantal huishoudens. Tot en met 2045 gaan de groei van het aantal huishoudens en het aantal nieuw gebouwde woningen daardoor ongeveer gelijk op, denken CBS en PBL.
Op regionaal gebied zijn er de nodige verschillen. Zo worden er in Groningen al vanaf 2030 meer woningen gesloopt dan er bijgebouwd worden waardoor de woningvoorraad afneemt. In Friesland en Drenthe raken nieuwbouw en sloop in 2040 in evenwicht. In Zeeland en Limburg zal de netto woningbouw tussen 2030 en 2040 stilvallen.
In alle andere provincies blijft de woningbouw groter dan de sloop, waarbij in Noord- en Zuid-Holland de woningvoorraad het meest toe blijft nemen. De komende jaren groeit het aantal woningen in Zuid-Holland het sterkst. Die provincie is goed voor haast een derde van de toename van het aantal woningen tot en met 2025.
In die periode wordt in de grote steden nog fors bijgebouwd. In Amsterdam duurt die periode van groei van het aantal woningen zelfs tot en met 2040 volgens de statistici. Verder valt met name op dat Almere door blijft groeien.